De uitdagingen van het veiligheidsdomein worden steeds complexer. De sinds de beginjaren van de 21e eeuw ingezette daling van de geregistreerde criminaliteit in Nederland duurt voort. Ook de onveiligheidsbeleving daalde in de afgelopen jaren. Er lijkt wel sprake van een verharding van de criminaliteit, zich uitend in bijvoorbeeld een toename van het aantal minderjarigen en jongvolwassenen die verdacht worden van een ernstig geweldsdelict. Tegelijkertijd met een afname van de traditionele vormen van criminaliteit is er een sterke toename van cybergerelateerde criminaliteit. Deze toename is het gevolg van een explosieve stijging van digitale communicatie en de verdere digitalisering van de samenleving.

Ondanks dat het niveau van cybersecurity toeneemt, wordt de (financiële) schade steeds groter. Om de digitale risico’s op diverse niveaus (bijvoorbeeld op persoonsniveau, maar ook op nationaal niveau) te kunnen beheersen, blijft het vergroten van digitale weerbaarheid het belangrijkste instrument. Het besef is gegroeid dat ondermijning een groot maatschappelijk probleem is. De urgentie voor de aanpak ervan neemt toe. De aanpak vergt een langjarige aanpak en lange adem waarbij ingezet wordt op het terugdringen van de internationale rol van Nederland op de drugsmarkt, het versterken van de strafrechtketen, maar ook op een sociaal preventieve aanpak en het wegnemen van de voedingsbodem voor ondermijning in de samenleving.

Kwetsbare wijken staan weer hoog op de verschillende beleidsagenda’s. Dat heeft te maken met groeiende verschillen (tussen steden, wijken en buurten) op het gebied van leefbaarheid en veiligheid. De coronacrisis heeft de problematiek in kwetsbare wijken vergroot. Om overlast en criminaliteit tegen te gaan, is de verbinding tussen het zorg-, sociaal en veiligheidsdomein van belang. De kans op succes is het grootst als, vanuit een verbindende of regierol van de gemeente, de organisaties vanuit de verschillende domeinen zich committeren aan het gezamenlijke doel en de maatschappelijke impact die men met elkaar wil maken.

De VVD wil op het budget voor veiligheid niet korten en dit het liefst vergroten. De gemeente moet bij de landelijke overheid blijven pleiten voor een uitbreiding van het aantal wijkagenten dat nog altijd niet voldoende is. Inwoners ondernemen steeds meer initiatieven om hun eigen wijk of buurt veilig te houden. Een voorbeeld hiervan is de Whatsapp-buurtpreventie. De gemeente moet deze aanpak ondersteunen. Schade door vandalisme aan gemeente-eigendommen moet zo mogelijk op de daders verhaald worden.

De gemeentelijke buitengewone opsporingsambtenaren (Boa’s) moeten meer zichtbaar in de kernen aanwezig zijn en duidelijke prioriteiten meekrijgen. Het handhaven door de Boa’s moet duidelijker en stelselmatig plaatsvinden. De Boa’s zouden ook meer contacten met de inwoners, de kernraden en deelnemers aan Whatsapp-buurtpreventiegroepen moeten onderhouden teneinde de knelpunten in kaart te brengen en daarop te anticiperen. De VVD is er voorstander van om zo nodig (mobiel) cameratoezicht in te zetten bij evenementen en op risicovolle plaatsen. Daarnaast willen wij, om de preventie te vergroten, dat het politiekeurmerk “Veilig Wonen” gestimuleerd wordt.

De brandweer wordt regionaal aangestuurd, maar wij maken ons zorgen om de lokale vrijwilligers. Hun werk en inzet wordt zeer gewaardeerd en daarom is het ook belangrijk dat er genoeg aanwas van jonge (of nieuwe) vrijwilligers komt. De VVD wil hiervoor een wervingsactie opgezet zien.

In de gemeente Medemblik worden jaarlijks diverse festiviteiten georganiseerd waar een kleine groep mensen overlast van ervaart. Denk hierbij aan Dijkpop, de kermis in Wervershoof, de draverij in Medemblik, muziek aan de haven etc. De gemeente heeft hierbij, als het gaat om welzijn en gezondheid, een preventieve verantwoordelijkheid maar de gemeente moet boven- genoemde en andere evenementen wel stimuleren en niet ontmoedigen.